“Dit is de nacht die
je normaal alleen in films ziet...!” zingt m’n dochter van 7 luidkeels met
de autoradio mee. Iedere bezorgde ouder heeft dan zo’n reflex van moet dat nou,
begint dat gedonder nu al!? Ik dus ook. Ik maak me wijs dat ze niet begrijpt
wat er dan wel zo bijzonder is aan die nacht. En verspreide kleren en flessen
wijn ziet ze bij ons ook regelmatig, niets bijzonders dus..... Toch laat het me
niet los, iets zit me dwars en het zit me nog meer dwars dat ik niet weet wat.
Dat liedje doet me denken aan een liedje van een paar jaar terug: “Net als in de film ... , ik wil het ...”.
Een liedje van een jongen die verliefd is op een meisje en daarover fantaseert
en in z’n gedachte met haar een scène uit de film beleeft. Het begint me nu te
dagen wat me dwars zit, die hang naar dat ideaalbeeld uit een film is een
ontkenning van de werkelijkheid, een ontkenning van echte, eigen gevoelens.
Even word ik razend en de adrenaline bruist door m’n kop. Met een nijdig gebaar
zet ik de radio af. “Hé pap wat doe je nou? Dat was net zo’n leuk liedje ...“
Met een schok ben ik terug in de gewone wereld, haar wereld, met een vaag
smoesje over op het verkeer letten zet ik de radio weer aan. Gelukkig is de
reclame net begonnen, “.. live life to
the max ..” , schalt het door de auto. M’n woede van zonet is omgeslagen in
schaamte, in een flits begrijp ik de frustratie van vrouwen over missverkiezingen.
We parkeren de auto aan de rand van het bos en rekken ons uit in een heerlijk
september zonnetje. Ik adem zo diep mogelijk in om zoveel mogelijk van die
schoonheid om me heen op te nemen en vast te houden. Ik ben al weer wat milder
gestemd en m’n verontwaardiging over de opgedrongen nepwereld waar de jeugd mee
vol gegoten wordt is al aardig gezakt. Ik ben blij dat ik het nu herken en dat
ik mezelf er aan kan onttrekken. Hier, in de natuur, is alles echt en dat neemt
niemand me af. Via een smal paadje komen we op een grote, zonovergoten heide,
het uitzicht is adembenemend. Met een glimlach zie ik twee oudere mensen van
het uitzicht genieten. “Kijk, waardering voor de natuur” denk ik tevreden. En
als ik ze passeer op het smalle pad, hoor ik haar zeggen:
“ Kijk eens wat mooi?... ‘tis net een plaatje ....”.
3-december-1995