Separate ways

Als ik terug denk aan hoe ik m’n vrienden heb gekozen, of misschien liever hoe ze mij hebben gekozen, kan ik niet direct een patroon of opzet ontdekken. Wel is er telkens een grote mate van toeval of is er steeds sprake van een bijzondere gebeurtenis die onze ontmoeting markeert. De vriendschappen zelf zijn allemaal ongedwongen, natuurlijk en gebaseerd op een oprechte wederzijdse interesse. Naast m’n vrouw, waar ik expliciet jacht op heb gemaakt, kan ik me geen andere vriend herinneren waaraan ik mezelf moedwillig heb opgedrongen. Die gevallen waar ik aanvankelijk grote mogelijkheden tot vriendschap vermoedde zijn nooit tot blijvende diepe relaties uitgegroeid. In omgekeerde zin is dit wel het geval geweest. Boezemvrienden waar ik lief en leed, dag en nacht, vriend en vijand mee heb gedeeld zijn bijna ongemerkt uit m’n leven gedrift. Van sommige verliezen voel ik nog dagelijks een litteken. Die littekens gebruik ik nu als bakens op de klippen om vandaag bewuster m’n relaties te onderhouden.
Eigenlijk heeft vriendschap en het groeien en sterven van relaties me altijd verbaasd en geboeid. M’n eerste confrontatie, met hoe ongemerkt je omgeving verandert zonder dat je bewust stuurt en kiest, kwam heel onverwacht. Ik kwam na jaren, op het station van m’n geboortestad, iemand tegen uit m’n middelbareschooltijd. We raakten enthousiast aan de praat. Ze wist van veel mensen te vertellen wat ze gedaan hadden en waar ze nu waren. Ook dat ze elkaar nog regelmatig ontmoeten. Ik was hooglijk verbaasd, vooral omdat ik al jaren het kontact verloren had. Ik bleef haar uithoren, misschien op zoek naar dat ene verhaal van iemand die wij kenden en een verre reis had gemaakt of iets bijzonders had gedaan. Het resultaat was enigszins teleurstellend. Er bleek niet zo’n verhaal te zijn. Iedereen woonde nog in z’n geboorteplaats, bij elkaar om de hoek en was elkaars huisarts, aannemer, makelaar of  kruidenier. Natuurlijk waren er een aantal met elkaar getrouwd, en dat had het kringetje nog hechter gemaakt. Toen ik even later in de lege trein het station uitreed en onwillekeurig  terugkeek, zag ik haar het perron verlaten, op weg naar huis. Ik realiseerde me dat ik was weggegaan, ongedurig was en reizen maakte. En dus voortdurend nieuwe vrienden maakte en moest maken.
Zoals waarschijnlijk iedereen heb ik door de jaren gezocht naar de redenen waarom de ene vriendschap standhoud en de andere niet. Een klein marktonderzoekje levert al snel een aantal aanwijzingen op. Van gezamenlijke hobby’s of interesses tot lotsverbondenheid of dramatische ervaringen. Maar ook de onuitgesproken verwachting dat de ander je wensen kan vervullen. Het in stand houden van een vriendschap is vaak ook aan externe factoren onderhevig, zoals een nieuwe omgeving die je aandacht opslorpt. Simpel verhuizen of een nieuwe baan zet een vriendschap al snel op de testbank.
Soms onderga ik de luxe van gevraagde en ongevraagde adviezen. Onder andere dat alles draait om tijd, de tijd gaat z’n gang en het is eigenlijk net als met geld. Je kunt het uitgeven, maar je kunt het ook besteden of investeren. Die tip kreeg ik toen een van m’n vroegere bazen afscheid nam. Toen we uit elkaar gingen zei hij: “Denk na over hoe je je tijd verdeelt. Tijd is het meest kostbare goed dat je als mens te vergeven hebt. Als je tijd en oprechte aandacht aan de mensen besteed, komt iedereen tot z’n recht en zul je makkelijker je doelen bereiken”. Ik weet niet of dit inzicht ook werkelijk helpt om te voorkomen dat ik mensen, die me dierbaar zijn, ongemerkt laat wegslippen. Maar als de oprechte interesses in elkaar vervangen wordt door uren tellen, kun je het denk ik wel vergeten.
Een van de meest indringende momenten van “nu ga ik alles anders doen” had ik toen ik twaalf jaar geleden vertrok uit Delft na m’n studie: m’n kamer was zo goed als leeg. Ik zat op 15 hoog boven Delft te wachten om de laatste spullen in te laden. In die onttakelde omgeving keek ik in de onvermijdelijke sentimentele bui uit over de stad, het einde van een tijdperk. De ommekeer in m’n stemming en het goede voornemen kwam tijdens het laatste gesprek met m’n buurman. Abbes kwam uit Egypte en woonde met z’n Hollandse vrouw naast ons. Samen keken we uit het raam en zaten op de verhuisdozen. Het gesprek ging over afscheid en verloren vriendschap. Met een brok in m’n keel luisterde ik naar z’n woorden. “Echte vriendschap wordt niet beperkt door tijd of plaats! Vrienden pakken altijd de draad weer op, en voor je het weet heb je weer aan een half woord genoeg.” We waren het samen eens: “De afstand tot je vrienden zit alleen in je hoofd”.
Als eeuwige vrienden vielen we elkaar in de armen en namen vluchtig afscheid.
We hebben elkaar nooit meer gezien.

HdA
18-nov-97