Met een ferme zwaai liet ik m’n vuilniszakken tegen de
achterkant van de container knallen. Op een vreemde manier lucht me dat altijd
op. Waarschijnlijk niet omdat ik tien minuten in de rij heb moeten staan om m’n
grof vuil kwijt te raken. Waarschijnlijk ook niet omdat ik eindelijk tijd vrij
heb gemaakt om de troep uit m’n schuurtje op te ruimen. Het heeft iets te maken
met de stoere zwaai die ik me herinner van de vuilnismannen uit m’n jeugd, dat
had iets macho iets verhevens. Natuurlijk wisten we nog niet wat macho was maar
we kickten in ieder geval wel op die stoere spierballen, en de trots van
fysieke arbeid. Was het vroeger niet zo dat jongetjes altijd piloot of
vuilnisman wilden worden?
In een jolige stemming draaide ik me om, op de weg terug
naar m’n auto komt een echtpaar van middelbare leeftijd me tegemoet. Samen
dragen ze een televisietoestel, een jaar of vijf à tien oud. Zo die zijn uitgekeken
dacht ik.
In de auto terug naar huis achtervolgt me dat woord.
Uitgekeken!. Eigenlijk is die hele grofvuilstort een verzamelplaats van zaken
waar we op uitgekeken zijn. Vroeger gooide je spullen weg die kapot waren en
zelfs dan nog nadat ze eerst jaren in de schuur of op zolder in de weg hadden
gestaan. Nu ben ik net zo schuldig als de rest, ik doe regelmatig spullen weg
die niet kapot zijn, maar waar ik op uitgekeken ben.
Die avond ben ik niet op m’n gemak. Er knaagt iets. Met
een verveeld gebaar zap ik langs de kanalen, volgens een van de management
boeken een teken van bijna overspannenheid. Ze hebben er zelfs een woord voor
bedacht: “negatief tijdverdrijf”. Nijdig gooi ik de remote in een hoek. Als dit
een teken van overspannenheid is, dan is heel Nederland overspannen. Misschien
wel de hele westerse wereld.
De laatste paar
jaar zijn er weer een paar pareltjes in ons tijdverdrijf bijgekomen, Reality TV,
“het-spijt-me-drama’s” en andere onthullende publieke biechtshows. Om maar te
zwijgen van het obligate half uurtje erotiek iedere avond. Het is allemaal
surrogaat, waar is het echte menselijke contact, waar zijn de handen op
schouders, de handen in een, de arm om je schouder, de steun in de rug, Waren
we vroeger meer lijfelijk met elkaar bezig? Tegenwoordig zit de emotie achter
glas, als we onze dagelijkse portie hebben gehad gaat de stekker er uit. Maar
ja het zal allemaal wel gemakkelijker zijn zo, leed wordt entertainment, echt
wordt gesimuleerd, gecondenseerd, gedoseerd, geconsumeerd. Voor een fikse
burenruzie hoef je de deur niet meer uit, het komt in full color en stereo in
je huiskamer. We prefereren toe te kijken, veilig achter glas en raken daarvan
niet meer verzadigd. Vreemd genoeg roept dit voyeurisme ook een ziek soort
exhibitionisme op, het internet staat er vol van. Een goed argument voor de
aanschaf van een multi media computer (met modem).
Als je kijkt waar mensen nog wel de straat voor opgaan en
zich in de massa mengen is het eigenlijk hetzelfde laken en pak. Bungee jumping,
survival, paintball, laserquest, we vervelen ons te pletter. Fin du siècle of
decadentie? Ik denk dat de late Romeinen zouden snoepen van al het schoons dat
we ons aandoen. En als we met veel moeite hondengevechten met pitbulls proberen
te onderdrukken, via het verbod op pittbulls, stappen we gewoon over op mensen,
in kooigevechten.
Ook het uitgaansleven in kroegen en disco’s is verworden
tot massa extravaganza compleet met striptease (al dan niet SM) en
geestverruimers in pilvorm.
Overspannen? Nee hoor, we zijn heel ontspannen, bevrijd
zelfs, we leven van substituten, we zijn gewoon op het leven zelf uitgekeken!
HdA
20-dec-96